Inktpatronen bewaren
Als u zich aan de volgende richtlijnen houdt, blijven de inktpatronen afdrukken
van uitstekende kwaliteit leveren.
•
Bewaar alle inktpatronen in de afgesloten verpakking bij kamertemperatuur
(15,6-26,6˚ C), totdat u de inktpatronen gaat gebruiken.
•
Laat eenmaal geïnstalleerde inktpatronen altijd in de houder zitten om te
voorkomen dat deze uitdrogen of verstopt raken.
•
Bewaar niet-afgesloten inktpatronen in een luchtdichte plastic verpakking.
•
Onderbreek N
N
N
NO
O
O
OO
O
O
OIIIITTTT de stroomvoorziening van de printer voordat deze klaar is
met afdrukken en de inktpatroonhouders zich in de startpositie aan de
rechterzijde van de printer bevinden. De inktpatronen drogen uit indien deze
zich niet in de startpositie bevinden wanneer u de printer niet gebruikt.
•
Probeer niet de verwijderde tape weer op de inktpatronen aan te brengen. Het
opnieuw aanbrengen van de tape beschadigt de patronen.
Gebruik alleen de Aan/uit-knop
aan de voorzijde van de printer om de
printer aan en uit te zetten. Als u de printer aan- en uitzet vanaf een
stekkerblok, stroomstootbeveiliging of wandschakelaar, kan de printer
defect raken.
Waarschuwing
33
Gebruik en onderhoud van de inktpatronen
3