Tips voor het oplossen van problemen
Het is frustrerend wanneer er dingen fout gaan. Daarom vindt u op de volgende 
pagina’s tips om te achterhalen wat het probleem is en hoe u dit oplost. 
Zorg dat alle kabels goed aangesloten zijn. Ook moet u kabels gebruiken die 
bedoeld zijn voor het besturingssysteem waarmee u werkt. In geval van problemen, 
controleert u of uw probleem lijkt op een van de hierna genoemde problemen. Als 
dat het geval is, volgt u de instructies bij het desbetreffende probleem.
Ik kan de printersoftware niet installeren, wat is er mis? Zie de 
pagina's 37–38.
Waarom kan ik niet afdrukken? Zie pagina’s 39–41.
Wat betekenen de knipperende lichtjes? Zie pagina 42.
Is er een probleem met de afdruk? Zie de pagina's 43–46.
Ik kan de printersoftware niet installeren, wat is er mis?
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Ik heb een cd in het cd-
romstation geplaatst maar 
de computer kan de cd niet 
lezen.
• De cd is niet goed in het
cd-romstation geplaatst.
OF
• Het cd-romstation is 
beschadigd.
OF
• De cd is beschadigd.
OF
• De cd-rom-extensies zijn niet 
actief.
1
Plaats de cd opnieuw in het cd-romstation 
en probeer het nogmaals. Als dit uw 
probleem niet oplost…
2
Plaats een cd in het cd-romstation waarvan 
u weet dat die werkt. 
Als ook die cd niet werkt, moet u het 
cd-romstation mogelijk vervangen.
3
Als andere cd’s wel werken maar de cd met 
de printersoftware niet, is uw cd mogelijk 
beschadigd. U kunt de printersoftware 
downloaden vanaf de website van de 
HP Klantenondersteuning op het adres: 
www.hp.com/go/support
4
Als u geen toegang tot het web heeft, 
neemt u contact op met de 
HP Klantenondersteuning. Zie pagina 49 
voor de telefoonnummers.
Hulp bij problemen
4
38
Ik kan de printersoftware niet installeren, wat is er mis? 
vervolg
De software is niet goed 
geïnstalleerd.
OF
De installatie van de 
printersoftware moet om 
een of andere reden 
ongedaan worden gemaakt.
• Er is sprake van een conflict
met een 
antivirusprogramma.
OF
• Er is sprake van een conflict 
met andere software.
OF
• Er is sprake van een conflict 
met een ander op de printer 
aangesloten apparaat.
1
Controleer of de printer aan staat en alle 
aansluitingen stevig vastzitten.
2
Sluit alle antivirusprogramma’s die op uw 
computer worden uitgevoerd.
3
Maak de installatie van de printersoftware 
ongedaan. Plaats de cd met de 
printersoftware in het cd-romstation, 
selecteer 
Installatie ongedaan maken
bij
de Installer en herhaal de 
installatieprocedure.
4
Als u met Apple QuickDraw GX werkt, dient 
u deze software uit te schakelen. Uw 
HP Deskjet printer is niet compatibel met 
QuickDraw GX.
Als u nog steeds problemen heeft met de 
installatie van de software, neemt u contact 
op met een erkende HP dealer of met de 
HP Klantenondersteuning. Zie pagina 49 
voor de telefoonnummers van de 
HP Klantenondersteuning.
39
Hulp bij problemen
4
Waarom kan ik niet afdrukken?
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Er komt geen 
papier uit de 
printer.
De stroom is niet 
ingeschakeld of een kabel is 
niet goed aangesloten.
1
Controleer of de stroom is ingeschakeld.
2
Zorg dat alle kabels goed zijn aangesloten.
De INVOERlade is leeg.
Controleer nogmaals of het afdrukmateriaal 
correct in de INVOERlade is geplaatst.
De printerkap is open.
Sluit de printerkap.
Er is een probleem met een 
van de inktpatronen.
Als het Inktpatroonstatus-lichtje knippert , 
opent u de printerkap en controleert u de 
status van de inktpatroon. Controleer of de 
inktpatronen correct zijn geïnstalleerd. Zie 
pagina 30.
De printer is traag.
Als het Aan/uit-lichtje knippert, is de printer 
bezig met afdrukken. Even geduld.
De printer wacht totdat u op 
de Doorgaan-knop drukt.
Als het Doorgaan-lichtje knippert, drukt u op 
de Doorgaan-knop .
Er is sprake van een 
papierstoring.
1
Trek het papier uit de INVOERlade of uit de 
UITVOERlade.
2
Druk op de Doorgaan-knop aan de 
voorzijde van de printer.
3
Controleer in geval van etiketten of er een 
etiket is losgeraakt bij het transport van het 
etikettenvel door de printer.
4
Als de papierstoring is opgeheven, drukt u 
het document opnieuw af.
5
Als de papierstoring niet is opgeheven, 
opent u de achterste toegangsklep door de 
knop naar links te draaien en de klep te 
verwijderen.
6
Trek het vastgelopen papier uit de printer 
en plaats de achterste toegangsklep terug.
7
Druk uw document opnieuw af.
De opklaplade staat wellicht 
nog omhoog.
1
Zet de opklaplade omlaag en trek de 
INVOERlade naar buiten.
2
Schuif beide papierregelaars naar buiten.
3
Laad papier en druk uw document af.
De achterste toegangsklep zit 
los.
1
Plaats de achterste toegangsklep op de 
correcte wijze en vergrendel de klep.
2
Druk uw document opnieuw af.
Hulp bij problemen
4
40
De printer is heel traag.
Uw computer voldoet niet aan 
de minimale 
systeemvereisten.
1
Controleer de hoeveelheid RAM en de 
snelheid van de processor in de computer. 
2
Maak ruimte vrij op de vaste schijf. Als er 
minder dan 100 MB vrij is op de vaste schijf 
van de computer, kan het afdrukken 
langzamer verlopen.
Er draaien teveel 
programma’s tegelijk.
Sluit alle programma’s die u niet gebruikt.
U gebruikt verouderde 
printersoftware.
Controleer welke printerdriver u gebruikt. Kijk 
op de website van HP voor de nieuwste 
softwareversies (zie pagina 48 voor website-
adressen).
U drukt een complex 
document af met 
afbeeldingen of foto’s.
Even geduld. Grote, complexe documenten 
met afbeeldingen of foto’s worden langzamer 
afgedrukt dan documenten met alleen tekst.
De optie Papiertype is 
ingesteld op 
Automatisch
.
Wanneer het papiertype is ingesteld op 
Automatisch, scant de printer de eerste 
pagina van een afdruktaak om het juiste 
papiertype te bepalen. Dit duurt een paar 
seconden. U voorkomt dit door een specifiek 
papiertype te kiezen in plaats van de 
standaard 
Automatische
instellingen.
Waarom kan ik niet afdrukken? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
41
Hulp bij problemen
4
Er komt een lege
pagina uit de printer.
De inkt is op.
1
Open de printerkap en controleer de 
statussymbolen om na te gaan of de inkt 
op is. Zie “Inktpatroonstatus” op pagina 28.
2
Als de inkt op is, vervangt u de inktpatroon. 
Zie “Inktpatronen vervangen” op 
pagina 30.
3
Druk uw document opnieuw af.
U bent vergeten de 
beschermende tape van de 
inktpatroon te verwijderen.
Controleer of u de beschermende tape van 
beide inktpatronen heeft verwijderd. Zie 
“Inktpatronen vervangen” op pagina 30.
U probeert 
een fax af te drukken.
1
Sla de fax op als een afbeelding, 
bijvoorbeeld als een TIFF-bestand.
2
Plaats de fax in een tekstverwerkings-
document en druk het document met de 
fax af.
Waarom kan ik niet afdrukken? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Hulp bij problemen
4
42
Wat betekenen de knipperende lichtjes?
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Het Aan/uit-lichtje 
knippert.
De printer ontvangt gegevens.
Even geduld. Als de printer alle gegevens 
heeft ontvangen, houdt het lichtje op met 
knipperen.
Het Doorgaan-lichtje 
knippert.
Het papier is op.
1
Plaats papier in de lade.
2
Druk op de Doorgaan-knop .
Er is sprake van een 
papierstoring.
1
Trek het papier uit de INVOERlade of uit de 
UITVOERlade.
2
Druk op de Doorgaan-knop aan de 
voorzijde van de printer.
3
Controleer in geval van etiketten of geen 
etiket is losgeraakt bij het transport van het 
etikettenvel door de printer.
4
Als de papierstoring is opgeheven, drukt u 
het document opnieuw af.
5
Als de papierstoring niet is opgeheven, 
opent u de achterste toegangsklep door de 
knop naar links te draaien en de klep te 
verwijderen.
6
Trek het vastgelopen papier uit de printer 
en plaats de achterste toegangsklep terug.
7
Druk uw document opnieuw af.
U bent bezig een dubbelzijdig 
document af te drukken en de 
eerste zijde is afgedrukt.
1
Volg de aanwijzingen op het scherm en 
plaats het papier in de lade.
2
Druk op de Doorgaan-knop .
Het Inktpatroonstatus-
lichtje 
knippert.
De printerkap is open.
Sluit de kap.
Er is een probleem met een 
van de inktpatronen.
Zie
“Inktpatroonstatus” op pagina 28.
Alle lichtjes knipperen.
U moet de uitgangstoestand 
van de printer herstellen 
(reset).
1
Druk op de Aan/uit-knop om de printer 
uit te zetten. Druk nogmaals op de Aan/uit-
knop om de printer weer aan te zetten.
2
Als dat het probleem niet oplost, drukt u 
op de Aan/uit-knop om de printer uit te 
zetten.
3
Trek het netsnoer uit de printer.
4
Sluit het netsnoer weer aan.
5
Druk op de Aan/uit-knop om de printer 
aan te zetten.
43
Hulp bij problemen
4
Is er een probleem met de afdruk?
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Delen van het
document ontbreken of 
staan op de verkeerde 
plaats.
U heeft de verkeerde 
afdrukrichting geselecteerd.
Controleer of u de juiste afdrukrichting heeft 
geselecteerd (staand of liggend) in het 
dialoogvenster 
Pagina-instelling
. Zie
“Pagina-instelling – de pagina-opmaak 
instellen” op pagina 7.
U heeft het verkeerde 
papierformaat geselecteerd.
Controleer of u het juiste papierformaat heeft 
geselecteerd in het dialoogvenster 
Pagina-
instelling
. Zie “Pagina-instelling – de pagina-
opmaak instellen” op pagina 7.
U probeert tekst of 
afbeeldingen af te drukken 
die groter zijn dan het 
gebruikte papierformaat.
Controleer of de tekst en de afbeeldingen de 
juiste grootte hebben. Zie “Papierformaat, 
schaal en afdrukrichting” op pagina 7.
U heeft de verkeerde marges 
ingesteld.
Controleer of de marges binnen het 
afdrukbare gebied vallen. 
Zie “Minimummarges” op pagina 60. 
U heeft per ongeluk
Paginadelen
ingeschakeld
gelaten.
Schakel
Paginadelen
uit in het paneel
Lay-
out
. Zie “Lay-out” op pagina 10.
Het document wordt scheef 
of niet in het midden van de 
pagina afgedrukt.
Het papier is niet goed in de 
lade geplaatst.
1
Controleer of het afdrukmateriaal correct 
in de INVOERlade is geplaatst.
2
Controleer of de papierregelaars goed 
tegen het afdrukmateriaal zijn geschoven.
Hulp bij problemen
4
44
De afdrukkwaliteit
is laag.
De inkt is bijna op.
1
Controleer de status van de inktpatronen. 
Zie “Inktpatroonstatus” op pagina 28. 
2
Als de inkt bijna op is, vervangt u de 
inktpatroon. Zie “Inktpatronen vervangen” 
op pagina 30.
U gebruikt het verkeerde 
afdrukmateriaal.
• Controleer of u afdrukmateriaal gebruikt dat
geschikt is voor HP Deskjet printers.
• De afdrukkwaliteit is aanmerkelijk beter als u
afdrukt op papier dat speciaal is bedoeld 
voor uw doeleinden (voor foto's 
bijvoorbeeld) in plaats van op 
gewoon papier.
U drukt af op de verkeerde 
zijde van het afdrukmateriaal.
Controleer of het afdrukmateriaal met de 
afdrukzijde naar beneden in de lade is 
geplaatst.
U heeft in de printersoftware 
de verkeerde papiersoort 
geselecteerd.
Controleer of u de juiste papiersoort heeft 
geselecteerd in het dialoogvenster 
Papiertype/kwaliteit
. Zie “Papiertype/
kwaliteit” op pagina 10.
U drukt af in de modus 
Concept.
Als de afdruk vaag of onduidelijk is, klikt u in 
het dialoogvenster 
Papiertype/kwaliteit
op
Normaal
of
Hoog
in plaats van Concept. Zie
“Papiertype/kwaliteit” op pagina 10.
Als de afdruk inktvlekken 
vertoont, gebruikt u mogelijk 
te veel inkt.
Klik in het dialoogvenster
Papiertype/
kwaliteit
op
Normaal
of
Concept
in plaats
van Hoog. Zie “Papiertype/kwaliteit” op 
pagina 10. U kunt de 
Intensiteit
of
verminderen of de
Droogtijd
verlengen.
1
Kies
in het menu
Archief
.
2
Kies
Inktregeling
in het menu
Algemeen
.
3
Gebruik de schuifregelaars om de 
hoeveelheid inkt en de droogtijd aan te 
passen.
U moet de inktpatronen 
reinigen.
Zie “Inktpatronen reinigen” op pagina 33.
Is er een probleem met de afdruk? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
45
Hulp bij problemen
4
De afdrukkwaliteit
is laag. (vervolg)
U bent vergeten de 
beschermende tape van de 
inktpatroon te verwijderen.
Controleer of u de beschermende tape van 
beide inktpatronen heeft verwijderd. Zie 
“Inktpatronen vervangen” op pagina 30. 
In het vensterpaneel
Kleur
van het dialoogvenster
heeft u onder “Beeld” de 
verkeerde optie geselecteerd.
Klik in het vensterpaneel
Kleur
van het
dialoogvenster
op de knop
Standaard
.
Zie “Kleur” op pagina 11.
De inktpatronen zijn niet goed 
uitgelijnd.
Als de kleureninkt en de zwarte inkt niet goed 
uitgelijnd zijn op de afdruk, gaat u naar het 
HP Deskjet hulpprogramma.
U vindt dit in
de map Hulpprogramma’s in de 
hoofddirectory van de vaste schijf. Klik op het 
vensterpaneel 
Kalibreer
en vervolgens op de
knop
Lijn uit
. Zie “HP Deskjet
hulpprogramma” op pagina 27.
Banieren
worden niet goed 
afgedrukt.
De klep van de UITVOERlade 
staat wellicht nog omlaag.
Zorg dat de klep van de UITVOERlade 
omhoog staat.
Er zijn problemen met het 
papier.
• Als meer vellen tegelijk in de printer worden
ingevoerd, moet u het papier uitvouwen en 
weer opvouwen.
• Als het papier niet juist in de printer wordt
ingevoerd, moet u nagaan of de losse kant 
van de stapel banierpapier naar de printer 
wijst (zie pagina 23).
• Als het papier kreukelt terwijl het in de
printer wordt gevoerd, is het wellicht niet 
geschikt voor het afdrukken van banieren.
De optie
Banier
is misschien
niet geselecteerd in de 
printersoftware.
Controleer of u het papierformaat
A4 Banner
of
U.S. Letter Banner
heeft geselecteerd in
het dialoogvenster
Pagina-instelling
. Zie
“Pagina-instelling – de pagina-opmaak 
instellen” op pagina 7.
Is er een probleem met de afdruk? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
Hulp bij problemen
4
46
Foto’s worden niet
goed afgedrukt.
U heeft het afdrukmateriaal 
voor foto's niet goed in de 
lade geplaatst.
Plaats het afdrukmateriaal met de glanzende 
zijde naar beneden in de lade.
Het fotopapier is wellicht niet 
ver genoeg in de lade 
geschoven.
1
Lees de afdrukinstructies op pagina 15 
opnieuw.
2
Schuif de regelaar voor papierlengte goed 
tegen het fotopapier.
U heeft niet de juiste optie 
geselecteerd voor 
Papiertype/kwaliteit
.
1
Ga naar het dialoogvenster
Papiertype/
kwaliteit
. Zie “Papiertype/kwaliteit” op
pagina 10.
2
Stel
Papiertype
in op HP Photo Paper.
3
Stel
Kwaliteit
in op Hoog.
4
Selecteer Hoge foto res voor een betere 
afdrukresolutie.
5
Druk het document af.
U heeft niet de afdrukkwaliteit
Hoog
geselecteerd.
1
Ga naar het vensterpaneel
Papiertype/
kwaliteit
. Zie “Papiertype/kwaliteit” op
pagina 10.
2
Selecteer de afdrukkwaliteit
Hoog
.
De foto is niet in elektronisch 
(digitaal) formaat.
Maak een digitale foto, scan een foto of laat 
in een fotozaak een digitaal bestand van uw 
foto maken.
Als de instelling voor 
papiertype op de 
standaardinstelling 
Automatisch
wordt gezet,
verschilt de afdrukkwaliteit.
Als de instelling voor 
papiertype op de 
standaardinstelling 
Automatisch
wordt gezet,
wordt de afdrukkwaliteit 
automatisch ingesteld op 
Normaal
. Als
Papiertype
is
ingesteld voor een specifiek 
papiertype, dan wordt 
misschien de afdrukinstelling 
Kwaliteit
ingesteld.
Selecteer het Papiertype en vervolgens de 
gewenste afdrukkwaliteit. Zie “Papiertype/
kwaliteit” op pagina 10.
Is er een probleem met de afdruk? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
47
Hulp bij problemen
4
Automatisch
is de
instelling voor papiertype 
maar de printer maakt geen 
gebruik van de optimale 
modus voor papier.
Het papier is wellicht gekreukt 
of vertoont vlekken en 
krassen.
De automatische papiertypesensor is minder 
precies als het papier beschadigd is. Zorg dat 
het papier niet gekreukt is of geen vlekken en 
krassen vertoont.
Briefhoofdpapier of papier 
met een voorbedrukt patroon 
aan de bovenkant van de 
pagina.
• De automatische papiertypesensor kiest
voor dit soort briefhoofdpapier of 
voorbedrukt papier altijd de instelling 
Gewoon papier.
• Selecteer het papiertype handmatig. Zie
“Papiertype/kwaliteit” op pagina 10.
Donkergekleurd papier of 
papier met metaalachtige 
vezels.
• De Automatische papiertypesensor kiest
voor dit soort afdrukmateriaal wellicht 
Gewoon papier.
• Selecteer het juiste papiertype handmatig.
Zie “Papiertype/kwaliteit” op pagina 10.
Automatisch
is de
instelling voor papiertype 
maar wanneer het 
afdrukken wordt 
voorbereid, voert de printer 
een blanco vel papier uit.
De printer heeft misschien in 
de zon gestaan, wat een juiste 
werking van de automatische 
papiertypesensor kan 
verhinderen.
Zet de printer uit de zon.
De positie van de 
bindmarge is niet correct bij 
dubbelzijdig afdrukken.
U heeft de verkeerde 
afdrukrichting geselecteerd.
• Controleer of u de juiste optie heeft
geselecteerd bij de optie
Binden
in het
vensterpaneel
Lay-out
van het
dialoogvenster Print. Zie “Lay-out” op 
pagina 10.
Is er een probleem met de afdruk? vervolg
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat nu?
48
Hulp bij problemen
4